Onder endoparasieten verstaan we die parasieten die in het lichaam voorkomen.

Bij postduiven zijn de voornaamste:

- de spoelworm;

- de haarworm en

- de darmbotje.

 

Spoelworm

De volwassen spoelworm leeft in de dunne darm en is ongeveer 5 centimeter lang.

Het vrouwtje kan honderdduizenden eieren leggen; de eieren zijn er klein en zonder microscoop niet zichtbaar. De eieren komen met de ontlasting van de duif mee. In de buitenlucht moeten de eieren 14 dagen verblijven om infectieus (besmettelijk) te worden, ze moeten namelijk eerst rijpen. Dit wil zeggen dat uit de eieren, die meteen opgenomen worden door de duif, geen wormen kunnen komen.

Wanneer de duif echter infectieuze eieren (dat wil dus zeggen eieren die langer dan 14 dagen op de grond liggen) opneemt, komen er larven uit de eieren. Dit gebeurt in de darm van de duif.

De larven kruipen dan in het slijmvlies van de darmwand. Hier verblijven ze enige tijd; ze gaan over in verschillende stadia. Hoe lang ze in het slijmvlies blijven is niet bekend. Men houdt het op 15 dagen; dan pas zijn het de wormen geworden zoals wij ze zien.

De schadelijkheid van wormen is afhankelijk van het jaargetijde.

Één spoelworm zal weinig kwaad doen maar wanneer er zoveel wormen zijn dat de darmen verstopt raken, betekent dit de dood van de duif. De moderne opvatting over spoelwormen is, dat een sportduif geen enkele parasiet mag hebben. Behalve dat wormen een gedeelte van het voedsel en de mineralen bestemd voor de duif, zullen opnemen en bepaalde omzettingen verhinderen, veroorzaken ze (ook al door afgeven gifstoffen) een darmprikkeling waardoor het voedsel niet lang genoeg in de darmen verblijft om opgenomen te worden (diaree).

Duiven die lijdende zijn aan wormen, kunnen niet in vorm komen, ruien niet goed en presteren minder. Bij een geringe infectie zullen we weinig of niets zien, bij een langdurige of ernstige infectie zullen de duiven vermageren, diaree hebben, slecht ruien, weinig dons gooien en snel vermoeid zijn. Wanner we in de ontlasting van de duiven van die witgele 5 centimeter lange wormen zien, weten we zeker dat ze lijdende zijn aan spoelwormen, maar meestal zien we ze niet.

De ontlasting van de duiven moet dan onderzocht worden door een dierenarts, die in de ontlasting de eieren kan vinden met een microscoop. De vogels dienen dan met een wormmiddel behandeld te worden. Omdat niet alle larven gevoelig zijn voor de verschillende middelen, moeten ze, voordat de wormen geslachtsrijp zijn en weer eieren kunnen produceren, nogmaals behandeld te worden; de beste tijd voor de tweede behandeling is na 21 dagen. Om wormen en ook andere ziekten te voorkomen en te bestrijden, dient men de uiterste hygiëne op het duivenhok te betrachten. Vloeren en ook de kieren en hoeken goed schoonhouden. De wormeieren vernietigen is vrij moeilijk; ze hebben grote weerstand.

 

Om infectieus te worden hebben de eieren een vochtig milieu nodig met een normale temperatuur; in tijden dat het weer warm en vochtig is, is de besmettingskans veel groter dan wanneer het droog weer is. Tegen droogte kunnen ze minder goed. Om ze te doden, is afbranden van de vloer nog de beste methode gebleken. Om verder het opnemen van wormeieren tegen te gaan, dient men de duiven in de voerbakken en niet op de grond te voeren. Vastzittende vogels zijn gevoeliger voor wormen dan vrij vliegende vogels. Bovendien is de besmettingskans veel groter. Wij adviseren om volièrevogels een gazen bodem te geven, zodat de ontlasting er doorheen valt. Men moet de bodem en onderkant dan eens per week goed te reinigen. Aan vliegende duiven kunnen een bron van besmetting zijn. Deze moeten dan ook zo snel mogelijk uit het hok verwijderd worden. Om zeker te zijn dat uw duiven niet ongemerkt toch infectieuze eieren hebben opgenomen (als u het merkt, bent u al (te) laat) is een regelmatige controle gewenst, bijvoorbeeld voor de kweek en na het vliegseizoen. Wanneer u dit onderzoek per vereniging laat doen, is de besmettingskans (in de reismanden) ook veel minder groot geworden. Uw dierenarts en de gezondheidsdiensten kunnen dit onderzoek voor u verrichten.

 

Haarwormen

Haarwormen zijn, zoals de naam reeds zegt, zo dun als een haar en niet met het blote oog te zien.

De haarworm leeft in de darmwand en is iets schadelijker dan de spoelworm, hoewel hij veel kleiner is. Wat betreft de infectieuze eieren, geldt hetzelfde als bij de spoelwormen; ze dienen eerst enige tijd in een vochtige milieu geweest te zijn voordat ze, opgenomen door de duif, kunnen uitgroeien tot wormen.

De verschijnselen bij duiven die lijdende zijn aan haarwormen, zijn eigenlijk hetzelfde als die bij een spoelworminfectie. Ook de bestrijding,de hygiëne en het ontlastingonderzoek zijn gelijk.

Sommige geneesmiddelen zijn alleen werkzaam tegen spoelwormen en niet tegen haarwormen, met uitzondering van de medicijnen die daar voor bestemt zijn natuurlijk.

 

Darmbotje

Het darmbotje, bij andere dieren leverbot genoemd, komt alleen voor in die streken waar veel grasland is met schuine slootranden.

De duif kan alleen besmet worden door het eten van besmette slakjes die langs de slootranden leven. Deze plaatsen komen in Friesland, Noord-Holland en Utrecht voor.

De parasiet is plat en iets langer dan breed. Hij leeft in de darmwand en bijt zich daarin vast en vernielt de darmwand. Bloedvaten worden kapot gemaakt en een darmbloeding is het gevolg.

Dit kan zelfs zo erg zijn dat de duiven in enkele uren verbloeden. Daar de duiven regelmatig naar het land gaan, daar die slakjes verorberen en dan plotseling dood gaan, komt het de eigenaar voor dat de duiven vergiftigd zijn. Deze endoparasiet is wel de schadelijkste van alle darmparasieten. In de ontlasting zijn ook van deze parasiet de eieren te vinden. Een directe behandeling is noodzakelijk. Om een nieuwe besmetting tegen te gaan, is het enige wat men kan doen, te verhinderen dat de duiven weer naar de slootranden gaan, zodat ze niet opnieuw deze besmette slakjes kunnen gaan eten.

Dit is een heel moeilijke opgave. Zorg er in ieder geval voor dat de jonge duiven niet samen met de oude duiven uitvliegen (en naar dezelfde plaatsen gaan), en laat de oude duiven zo laat mogelijk los, zodat ze niet ver weg durven vliegen.

 

 

Bestrijding van endoparasieten

De bestrijding van endoparasieten is niet zo gemakkelijk als van de ectoparasieten.

Spoelwormen zijn zo groot dat we ze met het blote oog kunnen zien en het vaststellen dat de duiven lijdende zijn aan spoelwormen is niet zo moeilijk wanneer we in de ontlasting zo’n 5 centimeter grijsgrauwe worm zien. Maar de duiven kunnen ook lijdende zijn aan spoelwormen zonder dat u iets gezien hebt. Haarwormen, leverbot en coccidiën zijn te klein om met het blote oog te zien, en alleen door middel van de microscoop voor ons waarneembaar.

Daar deze parasieten in de darmen leven en hun voortplantingsprodukten (bij wormen zijn dit eitjes en bij coccidiën en oöcysten) met de ontlasting naar buiten komen, kunnen we door deze ontlasting te onderzoeken deze eitjes en oöcysten vinden en weten dan dat de betreffende vogel lijdt is aan wormen en/of coccidiosis. Bij de bestrijding dienen we de vogel iets in te geven waardoor de endoparasiet gedood wordt. U begrijpt dat het gevaar groot is dat de vogel het betreffende bestrijdingsmiddel door de darmwand opneemt en er ziek van wordt; ook bestaat de kans dat de darmflora aangetast wordt. Gelukkig zijn er wormmiddelen en middelen tegen coccidiosis die vrij onschuldig zijn.Vraag voor gebruik van deze middelen advies aan de dierenarts die deskundig is op dit terrein. Regelmatig onderzoek van de ontlasting op endoparasieten is zeer nuttig daar men aan de buitenkant nooit kan zien of de duif lijdende aan wormen is of niet,terwijl wanneer u het kunt zien,u te laat bent.

Een goede postduivenhouder zorgt ervoor dat zijn duiven vrij zijn van ecto- en endoparasieten.