Ornithose (Chlamydia)
Oorzaken De
bekendste en meest voorkomende duivenziekte is ornithose; letterlijk
betekent dit woord 'vogelziekte'. Reeds lang is deze ziekte bekend. Zoals
de naam reeds zegt, komt de ziekte niet alleen bij duiven voor maar bij
vele vogelsoorten. De veroorzaker van ornithose is een virus. Tegenwoordig
spreekt men van het ornithose-complex omdat gebleken is dat niet alleen
dit virus (dat een andere naam gekregen heeft en wel Chlamydia ) maar ook
bacteriën en mycoplasmata mede verantwoordelijk zijn voor al die
ontstekingen en veranderingen van de slijmvliezen van het oog, neus, keel
en darmen. De
ziekte is niet dodelijk. Wanneer de duif in een goede omgeving gehouden
wordt (warm en geen tocht ) zal hij vanzelf weer beter worden. Daar dit
echter vier dagen tot drie weken in beslag neemt, kan men deze langzame
genezing bij jonge duiven in het vliegseizoen niet afwachten, omdat ze dan
de aansluiting op de verdere vluchten missen. Oude duiven die lijdende
zijn aan Ornithose-complex houdt men vanzelfsprekend thuis; ze hebben geen
goede conditie en zijn niet in vorm. Het ornithose-complex wordt ook wel
de verkoudheid van de duiven genoemd. De verschijnselen lijken namelijk op
de verkoudheid die wij bij de mens kennen al is de veroorzaker een heel
andere. Het
ornithose-complex wordt veroorzaakt door verschillende kiemen tezamen
(verschillende bacteriën en virussen ), die gewoonlijk voorkomen in elk
duivenhok en die normaal geen kwaad doen. Wanneer
echter duiven in moeilijke omstandigheden komen (dit wordt stress genoemd)
dan kan de duif ziek worden en gaan lijden aan het ornithose-complex.
Bijvoorbeeld na een vermoeide reis, slechte voeding, vochtig koud hok of
op de tocht zitten. Ook kan hij al lijdende zijn aan een andere ziekte
(wormen, coccidiosis enz.) Maar
ook, en dit is heel belangrijk, kan de duif ziek worden wanneer er teveel
van die ‘normaal' voorkomende kiemen aanwezig zijn. Dit kan gebeuren wanneer er al duiven in het hok aanwezig zijn die lijden aan het ornithose-complex. Het eerste kenmerk dat we zien wanneer een duif lijdende is aan het ornithose-complex, is dat de vogel minder vlieglust heeft. Dit is niet specifiek voor deze ziekte. Bij bijna alle ziekten zullen we dit opmerken. Wanneer de ziekte voortschrijdt, zien we dat er wat aan de ademhaling hapert; de duiven zijn snel vermoeid, zitten bij de minste inspanning met de bek open te hijgen.
Ziektebeeld De
eerste duidelijke afwijking zien we aan de ooglidranden; de witte (of
licht roze kleur) wordt dan grijs tot bruin en de randen worden dikker. De
oogbol die normaal wel glanst en iets vochtig oog. Daar
ook de afvoerbuis, die het overtollige vocht van het oog laat wegvloeien,
verstopt is, zal het vocht als tranen uit het oog vloeien en onder het oog
een natte, ontstoken plaats geven. Bij ernstige patiënten zal het
bovenste ooglid aan het onderste ooglid verkleven. De
neusdoppen, normaal krijtwit, worden grijzer van kleur en zien er ook
vochtig uit. Het neusslijmvlies is ontstoken; neusuitvloeiing is het
gevolg. Ook zullen de duiven gaan niezen. Door de prikkeling die de
ontstoken slijmvliezen geven, zal de duif aan de kop gaan krabben. De
bek is meestal iets geopend omdat de ademhaling bemoeilijkt wordt door dat
de slijmvliezen van de neus, keel en luchtpijp verdikt zijn. Duurt de
ziekte enige tijd dan is het mogelijk dat de ontstekingen van de luchtpijp
zo ernstig zijn en dat er zich een dusdanige vernauwing heeft gevormd dat
er bij iedere in en uitademing een bepaald geluid wordt geproduceerd dat
we reutelen noemen. Doordat de darmen ook ontstoken zijn, is de ontlasting
dikwijls niet meer gebonden maar dun. De duif is ziek en zal ‘bol' gaan
zitten; er zal geen dons meer gegooid worden. In het kort samen gevat zijn de verschijnselen van het ornithose-complex; minder vlieglust, donkere dikke tot samengekleefde oogleden, veel vocht op de oogbol, donkere neusdoppen met eventueel neusuitvloeiing, niezen, moeilijke ademhaling met reutelen en soms dunne ontlasting. Dat
sommige liefhebbers graag hun duiven in één mand hebben zonder duiven
van andere liefhebbers, is te begrijpen. Tocht
is ook een omstandigheid waardoor de ziekte snel kan optreden. Zo zien we wel eens dat de afwijking aan oog en neusdoppen aan een zijde voorkomen en wel bij verschillende duiven in één hok, allen aan de zelfde kant van de kop. Blijkbaar is er dan tocht (door verkeerde luchtopeningen) in dat hok. De Engelsen noemen deze ziekte terecht; verkoudheid van één oog (the one eye cold).
Overbrenging Het
ornithose-complex is besmettelijk, dit wil zeggen dat de ene duif de
andere duif ziek kan maken doordat de verschillende veroorzakers, de bacteriën
enz., van de zieke naar de nog gezonde duif gaan. Dit kan gebeuren via het
drinkwater, het opnemen van besmette ontlasting maar ook via de lucht. In
een duivenhok waarin één of meerdere duiven lijden aan het
ornithose-complex zullen die zieke duiven de overige besmetten. Meestal
liggen er een paar dagen tussen het besmetten en het uitbreken van de
ziekte; zo krijgen we dat de eerste zieken al weer beter zijn terwijl
andere duiven juist weer een of vele verschijnselen vertonen. Een gezonde
postduif heeft tegen het ornithose-complex een redelijke weerstand. Zijn
de omstandigheden van de duiven echter niet optimaal (bijvoorbeeld te veel
duiven in één hok, slechte voeding, tocht in het hok, sterke
vermoeidheid, enz.) dan zullen de duiven vatbaarder zijn voor (deze)
ziekte. Jonge
duiven zijn gevoeliger voor het ornithose-complex dan oudere vogels die
blijkbaar weerstand verkregen hebben. Elk
jaar na de 2e of 3e vlucht (van jong of oud) zien we
de meeste ornithosepatiënten. Blijkbaar zijn ze tijdens het transport
besmet en hebben ze een vermoeiende vlucht gehad, waardoor ze erg gevoelig
zijn voor deze ziekte. Jonge duiven zijn bijzonder gevoelig voor het
ornithose-complex. De meeste verliezen zijn, afgezien van de
weersomstandigheden, voor een groot deel te wijten aan het
ornithose-complex. Vele jonge duiven worden ingekorfd in een toestand
waarvan men nog niet kan zeggen 'deze duif is ziek', maar toch wel zo, dat
zo’n duif geen kans heeft op een behoorlijke vlucht. Zulke duiven zijn dan een gevaar van besmetting voor andere duiven, zeer zeker wanneer er teveel duiven in één mand zitten, de temperatuur en vochtigheid te hoog zijn en het om langere transporten gaat.
Voorkomen Ondanks
het feit dat we nog niet alles over deze ziekte weten, weten we toch wel
hoe we die ziekte moeten voorkomen. De
eerste maatregelen zijn; niet teveel duiven bij elkaar in een te kleine
ruimte, een juist geventileerd hok en een dito transportauto. Verder
is een goede hygiëne belangrijk, dus een schoon hok en een schone auto.
Regelmatig ontsmetten met bijv. Koudijs droogontsmetter. Vochtige,
klamme lucht doet de ziekte snel uitbreiden. Het
blijkt ook dat jongere duiven geplaatst bij oudere duiven gevoeliger zijn
en zodoende snel ziek kunnen worden Daarom is het sterk aan te bevelen
nooit andere jongere (of duiven uit een ander hok) tussen de jonge duiven
te plaatsen. Dit is één van de meest voorkomende fouten die gemaakt
worden. De
jonge duiven zullen dan besmet worden en (soms niet eens zichtbaar) gaan
lijden aan het ornithose-complex en de gevolgen blijven niet uit; matige
tot slechte prestaties en grote verliezen. Zorg er dus voor dat u één ronde jonge duiven in het jonge duivenhok hebt, zonder latere toevoegingen (ook al zouden het bijzonder goeden zijn).
Behandeling Het
behandelen van de ziekte als zodanig, kan op twee manieren gebeuren. In de
eerste plaats door medicamenten en in de tweede plaats door rust en
warmte. Duiven die lijdende zijn aan het ornithose-complex kunnen
behandeld worden door een injectie (met b.v.antibiotica) of door een kuur
waarbij het geneesmiddel door het drinkwater wordt gedaan. Enten
tegen het ornithose-complex is niet mogelijk. Er zijn wel medicamenten die
de aandoening goed bestrijden; inspuiten of een drinkwaterkuur, eventueel
een oogpoeder. Deze medicamenten zijn antibiotica, dus alleen door de
dierenarts te gebruiken of af te geven. Wanneer
liefhebbers elk jaar te kampen hebben met het ornithose-complex wordt wel
aan de dierenarts gevraagd voor het vliegseizoen hun duiven te behandelen
(dus niet enten) tegen ornithose. Doordat
er dan vele kiemen gedood worden, is de kans kleiner dat deze duiven de
eerste tijd last krijgen van het ornithose-complex.
|