Onder jicht verstaat men een bepaalde stofwisselingstoornis waarvan de oorzaak niet precies bekend is. Mogelijk wordt de ziekte veroorzaakt door een teveel aan stoffen zoals mineralen en eiwitten. Men denkt als oorzaak ook aan vergiftiging door chemicaliën, chemotherapeutische middelen, antibiotica of gif uit schimmels. De nieren zijn niet meer in staat om de grote hoeveelheid afvalproducten van de eiwitstofwisseling, n.l. de urinezuren, af te voeren. Bij de mens is deze ziekte ook bekend. Hier zijn de gevolgen echter anders en wel dat de afvalproducten zich in de gewrichten afzetten waardoor de gewrichten zich niet meer normaal kunnen bewegen.

Bij onze duiven die aan jicht lijden, hebben die urinezuren zich op de lever, het hart en op het buikvlies afgezet. Het lijkt dan of er een wit poeder op de organen zit.

De gewrichten zijn bij duiven nooit door deze stoffen aangetast. Een duif, die lijdende is aan jicht, is ziek. Echter bij een normaal eenvoudig onderzoek zijn er geen afwijkingen te vinden.

Door bloedonderzoek, endoscopisch onderzoek of bij een kijkoperatie zal men jicht kunnen aantonen. Ook bij sectie ziet men duidelijk een wit neerslag op de organen, vooral op de lever en het hart. Als dit geconstateerd wordt en men achteraf naar de symptomen informeert, blijkt dat de duif alleen wat trager was en minder vlieglust had.

Deze ziekte is niet besmettelijk en komt niet zo vaak voor. Een goede behandeling is niet bekend. In de literatuur wordt wel over het middel Allopurinol gesproken dat in een dosering van 20 mg per duif gedurende lange tijd zou moeten worden toegediend.

Mogelijk kunnen goede voeding en vitaminen het probleem voorkomen.